Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Fleur Brockhus, schrijver en docent beroepsethiek aan de UvA, heeft een nieuwe blog geschreven voor de ACLPA-website. Haar blog bestaat uit een persoonlijk verhaal over haar gedachten tijdens de lockdowns en haar visie op beroepsethiek.

Bloeien in beroepsethiek

Fleur Brockhus

Zoals zovelen zat ik tijdens de eerste lockdown thuis en realiseerde me dat ik tot mijn spijt geen vitaal beroep uitoefende. Als schrijver en trainer stond ik niet aan de frontlinie en dat stak. Ik wilde graag bijdragen en betekenisvol werk hebben, dat is voor mij altijd belangrijker geweest dan een dik salaris. Maar wás mijn werk wel waardevol genoeg? Ineens werd pijnlijk duidelijk welke beroepen er echt toe deden. Na wat wikken en wegen, mochten advocaten (en bloemisten) zichzelf ook tot de vitale beroepen rekenen. Daar wilde ik graag bij horen. Maar hoe?

Al heb ik diep respect voor zorgmedewerkers, ik zag mezelf niet tussen de bloedspetters (eerder tussen de bloemblaadjes). De beroepsethische kant van de zorg sprak mij weer wel aan. Ik besloot via edX rechtsfilosofie te gaan studeren en werd gegrepen door de onderhoudende colleges van de bevlogen filosoof Michael Sandel. Een bekende uitspraak van hem: ‘Als je op alles een prijs plakt, dan gaat de waarde ervan omlaag’. Geldt dat ook voor het prijzen van bepaalde beroepen, vroeg ik me af. De respectvolle manier waarop hij studenten uitnodigde om deel te nemen aan het debat rond morele vraagstukken en hun eigen overtuigingen te onderzoeken fascineerde me. Sterker nog, ik zag mezelf steeds meer in de rol van Sandelrella.

Via via stuitte ik een half jaar later op de vacature voor docent beroepsethiek bij de UvA. Het leek alsof die functie voor mij bedoeld was. Ooit had ik als student gewerkt bij de UU en daar had ik me altijd thuis gevoeld. Latere werkomgevingen bleef ik vergelijken met de vertrouwde sfeer binnen de faculteit. Dus schreef ik een sollicitatiebrief. Na een interessant gesprek kreeg ik de baan… niet. Wel was de klik wederzijds en mocht ik aan de slag als gastdocent beroepsethiek om reflectiecolleges te geven. Een rol die mij pas écht op het lijf was geschreven.

Inmiddels heb ik twee semesters meegedraaid en tientallen stageverslagen nagekeken. Beroepsethiek blijft boeien. Ooit ben ik rechten gaan studeren omdat ik als kind dol was op regeltjes. Die gaven mij houvast in een chaotische wereld. Na een korte carrière in de advocatuur kwam ik erachter dat de snelle juridische wereld niet bij mij paste, ondanks al die fijne wetten, verdragen en regelingen waar ik mij in kon vastbijten en anderen op kon vastpinnen. Ik houd van ruimte en tijd om te reflecteren en na te denken over morele vraagstukken. Bijvoorbeeld over wat een advocaat tot een goede advocaat maakt. Welke ideaaltypen er voor rechters zijn om rechtvaardigheid voorop te zetten. En wat juridische professionals beweegt om bepaalde keuzes te maken.

Bij ethiek draait het niet alleen om de regels, om zwart/wit, maar om de gedachte erachter. Ethiek nodigt uit om het grijze gebied te onderzoeken. Dat vergt moed, want het is comfortabel om vast te houden aan regels, aan hoe zaken horen te gaan. Het is dapper om verder te kijken dan de kantoorcultuur, om te reflecteren op je eigen handelen en dat van je collega’s. Je niet te verschuilen achter de letters van de wet en gewoonte, maar ook zelf verantwoordelijkheid te nemen. Varen op je eigen morele kompas. Het kan zelfs ontregelend werken, want ‘slechte’ gedragingen zijn soms ‘goed’ en andersom. Daarover met elkaar in gesprek gaan is zo waardevol.

Iedere zaak is uniek, net als ieder mens. Ik wil rechtenstudenten laten ervaren dat er meer is dan rechtspraak doorgronden, wetten toepassen en je tegenstander verslaan. Met mildheid en empathie kijken, de menselijkheid in het recht brengen, je bewust worden van je eigen bijdrage, dáár gaat het voor mij om.

We zijn nu twee lockdowns verder en ik voel me als een vis in de UvA vijver: hier kan ik nog steeds schrijven en gesprekken begeleiden, binnen een interessant vakgebied, met bevlogen collega’s en in een rol die nog valt binnen de vitale beroepen ook. Wat een verademing.