Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Dr. mr. T.T. (Tamara) Butter LLM

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

Afd. Algemene Rechtsleer

Corporate advocaten zijn ‘butlers van de Zuidas’[1] die ‘banken en multinationals door de mazen van het Nederlandse recht loodsen’[2], ‘ethisch minimalistisch’[3] en hebben een gebrekkig ‘moreel kompas’.[4] Althans, zo luidt de kritiek vanuit de media en de wetenschap. Maar wat weten we eigenlijk over de beroepsethiek van de Nederlandse corporate advocatuur?

Onze huidige kennis over de corporate advocatuur is voornamelijk gebaseerd op onderzoek uit de Angelsaksische wereld. Er is Brits onderzoek dat suggereert dat de context van de corporate rechtspraktijk meer weg heeft van commerciële dienstverlening dan van een professie en dat er sprake is van ethisch minimalisme onder deze advocaten.[5] Hiermee wordt gedoeld op een strikt partijdige, juridisch-technische houding waarin morele overwegingen geen plek hebben. Een recente Amerikaanse studie naar advocaten werkzaam in ‘BigLaw’ (de grootzakelijke advocatuur) nuanceert deze claims. De onderzoekers vonden dat advocaten over hun rol spraken niet in termen van een ethisch minimalist, maar meer als een ‘trusted advisor’.[6] Daarmee bedoelen ze de bereidheid om met de client zowel de letter als de geest van de wet te bespreken en ook niet-juridische overwegingen mee te nemen in hun advies. Dit geeft een wat ander beeld van de beroepsgroep, maar leert ons nog steeds weinig over de beroepsethiek van de Nederlandse corporate advocatuur.

Empirisch onderzoek

Kennis van de praktijk is noodzakelijk voor een gefundeerde discussie over de rol van de advocaat in de democratische rechtsstaat. Een beter begrip van hoe het is vormt de basis voor een debat over wat wenselijk is. Ook in Nederland wordt de noodzaak van empirisch onderzoek naar de advocatuurlijke beroepsethiek breed gedragen;[7] dit is waar ik de komende jaren verder in wil voorzien. Eerder heb ik de asielpraktijk onderzocht en nu richt ik me op de corporate advocatuur.

In het empirisch onderzoek dat ik doe, staat het perspectief van de advocaat centraal: Hoe gaan advocaten om met beroepsethische kwesties die spelen in hun praktijk en waarom? Hoe wegen ze verschillende belangen en welke rolopvattingen zijn daarin terug te zien? Zulk onderzoek is niet alleen van belang met het oog op de maatschappelijke en wetenschappelijke discussie over het onderwerp, maar ook voor de advocatuur zelf. Asieladvocaten lagen lange tijd onder vuur omdat ze ‘zand in de machine’ zouden strooien.[8] Met mijn onderzoek heb ik laten zien dat er een heel scala aan (gerechtvaardigde) motieven is om door te gaan met zogenaamde ‘hopeloze zaken’ en daarmee het beeld van de nodeloos procederende asieladvocaat genuanceerd.[9]

Zoals de quotes in de inleiding laten zien, is de corporate advocatuur momenteel onderwerp van kritiek. Met name de recente kwestie rondom het bijstaan van aan de Russische overheid gelieerde cliënten heeft veel stof doen opwaaien.[10] De CEO van Kennedy van der Laan, Joost Linnemann stelt dat deze kwestie de advocatuur, en in het bijzonder de Zuidas, geen goed heeft gedaan en legt uit waarom:

‘Dat komt deels door de (te) ongenuanceerde berichtgeving. Maar de advocatuur heeft dit voor een deel over zichzelf afgeroepen door zich te lang niet uit te spreken over ethische kwesties. Daarbij wordt steevast een beroep gedaan op de rechtsstatelijke rol, de geheimhoudingsplicht en de complexiteit van dit soort vraagstukken. Ook zonder afbreuk te doen aan die aspecten kun je als advocaat en als kantoor stelling nemen. Ik vind dat de advocatuur dat ook moet doen.’ [11]

Rechtsstatelijke rol

De normatieve vraag of advocaten stelling moeten nemen ten aanzien van bepaalde vraagstukken, laat ik aan anderen. Maar ik denk wel dat het, voor de corporate advocatuur zelf, zinvol zou zijn om het bredere publiek meer inzicht te geven in de manier waarop zij hun rechtsstatelijke rol vervullen. Wellicht heeft de advocaat goede redenen om bepaalde cliënten die maatschappelijk onder vuur liggen bij te staan en doet zij of hij dat (binnenskamers) op een uiterst kritische wijze. Maar zolang hier geen inzicht in gegeven wordt, zal de kritiek waarschijnlijk niet minder worden.

Vanuit de advocatuur is opgemerkt dat er in de huidige discussies onvoldoende oog is voor wat advocaten doen en wat dat betekent.[12] Hierbij wordt gedoeld op de rechtsstatelijke rol van de advocaat. Ook wordt benadrukt dat wanneer advocaten onderwerp zijn van kritiek het voor hen moeilijk is om zich publiekelijk te verantwoorden.[13] Vanwege de vertrouwelijkheid is het niet altijd mogelijk om in te gaan op de details van zaken, wat het lastig maakt om bepaalde keuzes en de manier waarop advocaten hun werk doen toe te lichten.

Een verantwoord inkijkje

Ik begrijp de beperkingen ten aanzien van de geheimhoudingsplicht en ook dat er in de media niet altijd de ruimte is om een genuanceerd verhaal te vertellen, en dat advocaten er daarom terughoudend in zijn (geweest) om zich uit te spreken. In wetenschappelijk onderzoek spelen deze bezwaren niet, of in ieder geval minder. Er is ruimte voor complexiteit en vertrouwelijkheid wordt gewaarborgd. Tijdens interviews kunnen situaties besproken worden om te illustreren welke keuzes er worden gemaakt en waarom, zonder namen van cliënten te noemen. Interviewverslagen worden gepseudonimiseerd om herleidbaar te voorkomen.

Kortom, empirisch wetenschappelijk onderzoek voorziet in de mogelijkheid om op een verantwoorde wijze het perspectief en de dagelijkse praktijk van de corporate advocatuur voor het voetlicht te brengen en het inkijkje te bieden waar de samenleving om vraagt. Het is tijd om na te gaan in hoeverre stereotyperingen als ‘butlers van de Zuidas’ nou eigenlijk een basis hebben in de werkelijkheid.

 

[1] De butlers van de Zuidas – De Groene Amsterdammer

[2] J’accuse tegen de commerciële advocatuur – De Groene Amsterdammer

[3] Een_eerlijke_deal_Ethisch_Minimalisme_in_de_Corporate_Advocatuur.pdf (uva.nl)

[4] Column | Wie schopt de advocatuur een geweten als de tanks binnenrollen? - NRC.

[5] Professional Minimalism? The Ethical Consciousness of Commercial Lawyers - Moorhead - 2015 - Journal of Law and Society - Wiley Online Library; Full article: ‘Gorilla exceptions’ and the ethically apathetic corporate lawyer (tandfonline.com)

[6] BigLaw: Money and Meaning in the Modern Law Firm (georgetown.edu), p. 9.

[7] Nederlands Juristenblad, Professionele identiteit en beroepsethiek voor advocaten | Navigator; Nederlands Juristenblad, Een tegenstelling die er niet is | Navigator; https://opmaat.sdu.nl/book/SDU_SDUJ_p1_481577/p1-481577

[8] Asieladvocaten `strooien zand in de machine' - NRC

[9] https://repository.ubn.ru.nl/handle/2066/182085

[10] Met hulp van advocatenkantoor Houthoff kon Poetin geopolitiek bedrijven vanaf de Zuidas (volkskrant.nl)

[11] Hoe de advocatuur Rusland de deur wees - Het Advocatenblad

[12] Nederlands Juristenblad, Een tegenstelling die er niet is | Navigator

[13] J. Soeharno,  ‘Moet een ‘goede’ advocaat ‘foute’ zaken weigeren? Drie poortwachtersrollen van de advocaat’ 2022, Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging