Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Rolf Ortlep, ​​​​​​​verbonden aan de UvA en de OU en rechter-plaatsvervanger bij de rechtbank Gelderland, heeft een nieuwe blog geschreven voor de ACLPA-website. Lees hieronder zijn bijdrage.

De toverwoorden van intellectuele veerkracht en reflectie
Rolf Ortlep

Openingsrede Geert ten Dam

Tijdens de afgelopen opening van het academisch jaar sprak Geert ten Dam, de voorzitter van het College van Bestuur van de Universiteit van Amsterdam, erover dat wanneer studenten ‘niet meer geconfronteerd willen worden met afwijkende meningen en onwelgevallige perspectieven’, wij de ziel van de academie kwijtraken. De toverwoorden zijn voor haar intellectuele veerkracht. Studenten moeten afwijkende standpunten ‘tolereren en bespreken – zelfs kwetsende standpunten. Alleen zo kunnen studenten een moreel kompas ontwikkelen. Ik pleit hier dus niet voor onveiligheid. Ik pleit voor het vrije woord, en voor een universiteit die studenten intellectuele veerkracht bijbrengt.’ Daarvoor is in de ogen van Geert ten Dam een nieuwe leercultuur behulpzaam. ‘Een cultuur waarin studenten positief bejegend worden en hun zelfstandigheid wordt gestimuleerd. Er is geen ruimte voor intimiderend, grensoverschrijdend gedrag. Wel voor onwelgevallige meningen en perspectieven. Het gesprek is open, iedereen kan zeggen wat hij, zij of hen vindt’, aldus Geert ten Dam.

Intellectuele veerkracht en reflectie in het recht

In die openingsrede van Geert ten Dam komt tevens tot uitdrukking dat bij de toverwoorden van intellectuele veerkracht ook het toverwoord reflectie past. Als het om het recht gaat, is reflectie niet alleen het toverwoord maar ook uiterst actueel. De gedachten van de lezer gaan nu waarschijnlijk uit naar het kinderopvangtoeslagschandaal, de coronapandemie, en het onlangs verschenen jaarverslag van de Raad voor de Rechtspraak. In dat jaarverslag komt als reflectie naar voren dat rechters zich grote zorgen maken over de onrechtvaardige uitwerking van een aantal wetten. Concreet worden elf buikpijndossiers genoemd. Het gaat dan bijvoorbeeld over knellende wetgeving rondom transitievergoedingen, het gebrek aan menselijke maat bij de uitvoering van (een deel van) de zorgverzekeringswet en dat rechters bij het taakstrafverbod niet de meest rechtvaardige, passende en effectieve straf kunnen opleggen. Henk Naves, de voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak, schrijft in zijn jaarbericht, waarmee het jaarverslag opent, dat rechters en medewerkers zien waar het recht in de dagelijkse praktijk knelt, waar processen vastlopen en waar onrechtvaardigheid het rechtssysteem binnendringt. Zij kennen de buikpijndossiers en signaleren knelpunten in wetgeving. Henk Naves denkt dat de Rechtspraak rechten en vrijheden beter beschermt door deze observaties te delen en concreet te maken waar het hapert als het gaat om de toegang tot de rechter en rechtsbescherming.

Intellectuele veerkracht en reflectie in de Rechtspraak

Het als gevolg van reflectie naar buiten treden met observaties is evenwel een uitdaging, juist wanneer er aan de andere kant sprake is van een gebrek aan intellectuele veerkracht, in de woorden van Geert ten Dam: de kracht om afwijkende standpunten te tolereren en te bespreken. Voor zover ik kan overzien, was er een gebrek aan intellectuele veerkracht in de Rechtspraak en meer in het bijzonder bij de (bestuurders van de) rechtbank Amsterdam toen de moedige rechter Nathalie van Waterschoot in onder meer een interview in Mr. Magazine de keten van de jeugdzorg en de civiele rechtspraak bekritiseerde. Na het naar buiten treden met haar observaties werd zij – naast op ook vele positieve reacties – getrakteerd op een ‘defensieve houding van enkele bestuurders in de Rechtspraak’, waarbij weinig tot geen ruimte bestond voor dialoog, kritiek en reflectie. Zij moest daarbij op het matje komen bij het gerechtsbestuur van de rechtbank Amsterdam en is inmiddels vertrokken naar de rechtbank Noord-Nederland. De reflectie van Nathalie van Waterschoot in Mr. Magazine hierover:

‘De Raad voor de rechtspraak en het Landelijk Vakoverleg Familie stonden ook de laatste jaren niet open voor overleg en reflectie. En ook het gerechtsbestuur wilde geen gesprek over de noodzaak tot reflectie op de structurele en rechtsstatelijke problemen in het familie- en jeugdrecht, maar sprak enkel over mijn persoon en mijn vrijheid van meningsuiting als rechter. Ik werd door het bestuur bejegend alsof het met mij niet goed zou gaan en ik ‘mocht’ op de koffie bij procureur van de Hoge Raad Jos Silvis om over de vrijheid van meningsuiting van rechters te praten. Ik zie in dergelijk bestuurlijk handelen geen moreel leiderschap en ook geen verantwoordelijkheid naar de samenleving. Wanneer vanuit de samenleving in toenemende mate fundamentele en juridisch onderbouwde kritiek wordt geuit op een rechtssysteem en op gebreken die de kern van onze rechtsstaat raken en waar veel kinderen en ouders onder lijden, moet een rechterlijke macht responsief en reflectief reageren.’

Intellectuele veerkracht en reflectie in de universiteiten-faculteiten

De toverwoorden van intellectuele veerkracht en reflectie gelden natuurlijk niet alleen voor de studenten, in het recht en in de Rechtspraak, maar ook voor de universiteiten. Het zou ook voor de universiteiten niet van intellectuele veerkracht en reflectie getuigen wanneer medewerkers die met hun observaties naar buiten treden op het matje moeten komen. Met de angst om niet op een zwarte lijst te komen en de hoop op carrièrekansen zou het anders niet verbazen dat vele medewerkers dan maar lijdzaam gaan toekijken. Met de woorden van Geert ten Dam zou ook dan de ziel van de academie kwijtraken.

De ziel van de universiteiten (academie) wordt onder meer geborgd door de diversiteit en inclusiviteit van identiteiten. Het is ook daarom goed dat de universiteiten er naar streven om bijvoorbeeld meer vrouwen, etnische minderheden, homo’s en transgenders op sleutelposities te benoemen. Dit is niet alleen belangrijk om een rolmodel te bieden voor de jongeren maar ook omdat een divers samengestelde organisatie creatiever en innovatiever werk tot stand brengt. Maar ook de universiteiten moeten daarbij niet vergeten dat viewpoint diversity – diversiteit van argumenten en perspectieven onder de universitaire staf minstens zo belangrijk is. Niet in de laatste plaats voor een rechtenfaculteit, die onderdak geeft aan een argumentatieve wetenschap. Immers, pas in de openlijke confrontatie van tegengestelde argumenten en perspectieven kan het recht vorm en inhoud krijgen. Om recht te doen aan de belangen van intellectuele veerkracht, reflectie, diversiteit en inclusiviteit, is het juist ook daarom van belang dat de universiteiten en faculteiten de advies- en beslisverbanden samenstellen met personen die ook andere argumenten en perspectieven erkennen en waarderen. De openingsrede van Geert ten Dam waarmee ik deze blog begon slaat ook in dat opzicht de spijker op de kop en geeft een hoopvol perspectief.

Rolf Ortlep is verbonden aan de Universiteit van Amsterdam en de Open Universiteit. Daarnaast is hij rechter-plaatsvervanger bij de rechtbank Gelderland.

R. (Rolf) Ortlep

Rolf Ortlep